Wat rijmt er op wonen
- 2 Syllables
- bonen, honen, honend, klonen, kronen, lonen, lonend, none, schone, schonen, scone, tonen, tronen, wonen, zonen
- 3 Syllables
- bekronen, belonen, bewonen, exponent, opponens, opponent, proponent, synchrone, verschonen, vertonen, weghonen
- 4 Syllables
- aantonend, bastrombone, elektronen, mascarpone, meetronen, minestrone, overdone
- 5 Syllables
- kostencomponent