Wat rijmt er op seizoen

1 Lettergreep
doen, groen, poen, schoen, toen, zoen
2 Syllables
citroen, fatsoen, kalkoen, katoen, koen, loens, loenst, meloen, pensioen, pompoen, rantsoen, seizoen, verdoen, voldoen
3 Syllables
berkoen, bretoen, bretoens, dubloen, festoen, harpoen, kalkoens, kapoen, kaproen, klaroen, perkoen, ponsoen, seroen
4 Syllables
doekoen, lentegroen, onfatsoen, pensioen-bv, taikoen
5 Syllables
beestenboel, beestenvoer, boezeroen, prepensioen, watermeloen
6 Syllables
bodempensioen, suikermeloen, wezenpensioen
7 Syllables
minimumpensioen